Tijdens het paasweekend ben ik weer op trip geweest. Dit
keer voor vier dagen naar de raleighvallen en votzberg!!! De Ralleighvallen
zijn gelegen aan de Boven Coppenamerivier. Deze rivier is een van de laatste
onbewoonde rivieren op aarde.
We vertrokken vrijdag 14 april om half 8 vanuit Paramaribo.
De tocht naar de votzberg is een flink aantal uur reizen. We hebben eerst
ongeveer anderhalf uur op een asfalt weggereden en daarna vier uur lang op een
bauxietweg. Deze wegen zijn erg hobbelig en vol met gaten. Na al zes uur
onderweg te zijn waren we er nog niet! We kwamen aan bij een steiger vanaf waar
wij met de boot verder zouden gaan. De boten waarop we vertrokken waren houten
‘kano’ boten, bestuurt door de bootmannen. De bootmannen waren een aantal
mannen die op die plek in de jungle wonen en waren opgegroeid bij het water. Na
drie uur op de boot te hebben gezeten kwamen we op onze eindbestemming, de
fungu eiland.
Het eiland was gelegen in de Coppenamerivier en was de plek
waar wij het weekend zouden overnachten.
Dag twee stond ik om 7 uur klaar om te vertrekken. Wij
liepen een klein stukje op het eiland, om op een open plek vogels te spotten.
Ons doel om toekans en ara`s te spotten is gelukt! Allereerst zagen we in de
boom een paar toekans en later vlogen er nog meerdere keren ara`s over ons heen.
Verder zagen wij zelfs nog doodskopaapjes in de bomen klimmen.
De dag stond verder in het teken aan het bezoeken van de
moedervallen. Om deze te kunnen bereiken moesten wij eerst een klein stukje
varen om vanaf daar verder te lopen. De tocht naar de moedervallen duurde
ongeveer twee uur en ging midden door de jungle.
Aan het begin van de tocht kregen wij uitleg van de gids dat
wij op moesten passen voor slangen, want wanneer je op een slang staat dan bijt
hij terug! In zo`n geval moet je goed opletten hoe de slang eruit zag, want dit
is van belang voor de gidsen. Dat hen dit vertelden was voor mij heel
motiverend om de jungle in te gaan….. niet dus! Maar zodra je het tempo te
pakken hebt is het lopen door de jungle eigenlijk heel leuk. Ook al lette ik op
waar ik stond, ik was er uiteindelijk niet meer zo bang voor slangen. Wel moest
je op blijven letten waar je liep, want overal lagen takken, boomwortels en
modder. Ook is er niet een heel duidelijk pad waar mensen op mogen lopen, maar
loop je meer op de plekken waar geen boom staat.
Uiteindelijk kwamen wij aan bij de moedervallen. Dit was een
heel mooi om te zien zoals ook op de foto`s te zien is. Ik ben hier met mijn
voeten even in het water gegaan, tot dat er een grote rode krab richting mijn
voeten liep. Na een half uur bij de moedervallen te zijn geweest gingen we weer
op onze weg terug. Hiervoor moesten we weer 2 uur terug lopen. En daarna nog
weer een stuk met de boot.
In de middag zijn we op het eiland nog aapjes gaan voeren.
En in de avond na het eten kwam er iemand aanlopen met een tarantula.
Dit was een wilde tarantula die leefde op het eiland. Wij mochten allemaal even
met hem op de foto en na lang twijfelen liet ik deze kans niet aan mij voorbij
gaan. Ook al is op de foto wel te zien dat ik lach als een boer met kiespijn.
Later op de avond zijn we nog naar een strandje gelopen om
kaaimannen te spotten, maar deze waren er die nacht niet.
(Op de foto is ons uitzicht te zien vanaf het eiland)
De derde dag begon onze tocht naar de votzberg. Ook hiervoor
moesten wij weer vroeg vertrekken. Het doel was om uiteindelijk op de top van
de votzberg te staan. Maar om hier te komen moesten wij eerst een tocht van 8
kilometer door de jungle maken. En hoewel normaal gesproken 8 kilometer prima
te lopen is, is het toch een ander verhaal wanneer je dat door de jungle doet,
met boomwortels als obstakels, een temperatuur van 30 graden en een tas van 5
kilo op je rug. Maar ook hier kon ik wel genieten van het lopen door de jungle.
Onderweg heb ik nog slingerapen gehoord en een gifgroene kikker gezien. De
tocht was leuk, tot dat we aan kwamen bij de votzberg en onze klim naar boven
begon. De votzberg is namelijk een erg
grote rots van 240 meter hoog, die ook erg stijl omhoog loopt. Hierdoor moesten
we ons omhoog klimmen aan boomwortels en touwen langs de zijkant. Hierna kwamen
we op open rots uit waar je al een prachtig uitzicht had over de jungle. Nu
moesten wij alleen nog naar de top komen. Echter had je nu niks meer om je aan
vast te houden en scheen de brandende zon op je. Stukje bij beetje klommen wij
iets naar boven. Maar omdat het zo stijl was, was het best moeilijk en eng.
Sommigen zijn aan het einde nog een stukje gaan kruipen omdat ze anders bang
waren om te vallen. Ook ik was hier op den duur bang voor, toen ik naar beneden
keek en zag
hoe stijl het was. Ook was er aan de zijkant van de rots niets om
je tegen te houden. Als je zou uitglijden en je valt verkeerd waardoor je gaat
rollen, dan rol je zo de berg af. Op dit moment twijfelde ik of ik nog wel
verder wou gaan, want ook al heb ik normaal geen hoogtevrees dit was toch wel
even eng. Naast mij liep een gids die een indiaan is en is opgegroeid in de
binnenlanden. Hierdoor weet hij heel veel, maar kan hij niet goed Nederlands.
Ik stond even op adem te komen en draaide mij naar hem toe. Hij liet mij op dat
moment een enorme bij zien die op zijn arm zat. Het enige wat hij tegen mij zei
was ‘braziliaanse bij’. En nu hou ik sowieso al niet van bijen, maar mensen die
in Paramaribo wonen hebben mij al eerder gewaarschuwd voor deze bij. Hier zijn
namelijk veel Surinamer`s bang voor. Wanneer deze bij je prikt komt er een geur
vrij waar de rest van de groep ook op af komt. Met een hele kolonie bijen
vallen ze je dan aan. Er zijn ook meerdere gevallen bekend van mensen die zijn
overleden aan deze bij. Dus ik zei tegen hem ‘die zijn toch heel gevaarlijk?’.
Waarop hij doodleuk antwoorden met ‘ja!’. Hierop ben ik maar snel doorgelopen
naar boven, want als deze berg nog niet erg genoeg was, waren er ook nog eens Braziliaanse
bijen. Ik was toen ook heel blij toen ik boven aan kwam!
Het was een super mooi uitzicht en stiekem was ik ook wel
een beetje trots dat ik het toch had gehaald. Na genoeg foto`s te hebben
gemaakt als bewijs dat ik er echt was geweest begon de tocht naar beneden weer.
Dit was gelukkig veel minder spannend, ook al moest je wel ervoor zorgen dat je
niet zou uitglijden. Op mijn tocht naar beneden hoorden we ook nog brulapen. Dit
was wel een heel mooi moment.
Weer beneden onder aan de berg, moesten we weer 8 kilometer
terug lopen. Op het einde was een mooie waterval waar we even konden afkoelen.
Na het omkleden in de bosjes kon ik ook het water in gaan. Wat ik alleen niet
had verwacht was dat het zo koud zou zijn en er zoveel rotsen op de grond
lagen. Ook kon je niet zien waar rotsen waren omdat het water hier in Suriname
bruin is door al het modder wat uit de jungle komt, hierdoor was het dus
moeilijk om je te verplaatsen. Helaas heb ik niet heel lang kunnen genieten van
mijn plekje in het water. Iemand voelde iets aan haar voeten en op dat zelfde
moment voelde ik een vis die een hap uit mijn pink wou nemen! Ik voelde een
mond en tandjes om mijn vinger. Zo snel als ik kon trok ik mijn hand terug. In
de rivier leven namelijk veel piranha`s. En ook al zouden ze niet bij de
waterval kunnen komen, toch was ik bang dat er een verdwaalde piranha een hap
uit mijn vinger wou nemen. Ik ben toen ook snel het water uit gegaan, maar door
de rotsen ging dit moeilijk. Toen ik aan land kwam zag ik dan ook dat ik mijn
voet had open gehaald aan de rotsen. En ook al lijkt dit verhaal heel spannend,
dit bleek het achteraf niet te zijn. Want deze hele gevaarlijke vis die een hap
uit mijn vinger wou nemen was blijkbaar gewoon een knabbelvisje. In Nederland gebruiken
wij ook knabbelvisjes om dode cellen van onze voeten te laten eten, dus deze
vis kon geen kwaad. Toch ben ik maar niet meer het water in gegaan met de
schram op mijn voet.
Nadat we weer terug op het eiland waren was iedereen best
moe en hebben we niks meer gedaan. Wij hebben alleen gegeten en nog gezellig
gekletst. Die nacht heb ik dan ook heel goed geslapen.
De volgende dag zijn we weer terug gegaan naar Paramaribo. Het
begin ging echter een beetje moeizaam. Op de boot viel namelijk regelmatig de
motor uit, waardoor wij op het water dreven. Maar gelukkig zijn we in de avond
veilig weer thuis gekomen. Helaas heb ik wel dit weekend een ontsteking
opgelopen, maar hier zal ik de volgende keer meer over schrijven. Wel vond ik
de trip heel gaaf om te doen!